Beschikking Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat

Aanwijzing te coerdineren besluiten Doetinchem Voorst (grens) 380 kV, Ministerie van Economische Zaken

[Gepubliceerd: 2015-03-27] Dat TenneT TSO B.V., hierna aan te duiden als: TenneT, het voornemen heeft om een nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding te realiseren tussen Doetinchem Voorst (grens), hierna aangeduid als het project Doetinchem Voorst 380 kV; Dat het project Doetinchem Voorst 380 kV wordt aangemerkt als een uitbreiding van een van het landelijk hoogspanningsnet deel uitmakend net als bedoeld in artikel 20a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, zodat op de realisatie van dit project artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) van toepassing is; Dat dit onder meer betekent dat de voorbereiding en bekendmaking van diverse voor het project benodigde besluiten worden gecoerdineerd, overeenkomstig artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wro, waarbij de Minister van Economische Zaken met deze coerdinatie is belast; Dat, op grond van artikel 20c, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, in artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit rijkscoerdinatieregeling energie-infrastructuurprojecten (hierna: het Uitvoeringsbesluit) de besluiten zijn aangewezen die voor projecten als deze in ieder geval besluiten zijn als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b van de Wro zijn en zodoende worden meegenomen in de hiervoor bedoelde gecoerdineerde voorbereiding; Dat, op grond van artikel 20c, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998, de Minister van Economische Zaken ten behoeve van de hiervoor bedoelde activiteiten tevens een of meer andere besluiten dan de in het Uitvoeringsbesluit aangewezen besluiten, kan aanwijzen als besluiten als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Wro; Dat het met het oog op de daarvan te verwachten stroomlijning en versnelling van de besluitvorming wenselijk is te bepalen dat bepaalde besluiten die benodigd zijn voor realisatie van het project Doetinchem Voorst 380 kV die niet zijn aangewezen in artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit, worden voorbereid met toepassing van de rijkscoerdinatieregeling; Dat bij de besluiten van 15 mei 2014, kenmerk DGETM-EM/14078844, en 6 augustus 2014, kenmerk DGETM-EM/14126993, reeds was bepaald dat deze besluiten met toepassing van de rijkscoerdinatie regeling zouden worden voorbereid, maar dat deze besluiten niet in werking zijn getreden omdat zij blijkens de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 25 februari 2015, nummer 201406793/1/R6, niet op juiste wijze bekend zijn gemaakt en deze besluiten worden ingetrokken en vervangen door onderhavig besluit.
Jaar: 2015 Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat Documenten: 1

📁 Download volledig dossier (ZIP)

Attribuut Waarde
Identifier nl.mnre1045.2k.2015.227
Aanbieder (Naam) Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat
Titel Aanwijzing te coerdineren besluiten Doetinchem Voorst (grens) 380 kV, Ministerie van Economische Zaken
Beschrijving Dat TenneT TSO B.V., hierna aan te duiden als: TenneT, het voornemen heeft om een nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding te realiseren tussen Doetinchem Voorst (grens), hierna aangeduid als het project Doetinchem Voorst 380 kV; Dat het project Doetinchem Voorst 380 kV wordt aangemerkt als een uitbreiding van een van het landelijk hoogspanningsnet deel uitmakend net als bedoeld in artikel 20a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, zodat op de realisatie van dit project artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) van toepassing is; Dat dit onder meer betekent dat de voorbereiding en bekendmaking van diverse voor het project benodigde besluiten worden gecoerdineerd, overeenkomstig artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wro, waarbij de Minister van Economische Zaken met deze coerdinatie is belast; Dat, op grond van artikel 20c, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, in artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit rijkscoerdinatieregeling energie-infrastructuurprojecten (hierna: het Uitvoeringsbesluit) de besluiten zijn aangewezen die voor projecten als deze in ieder geval besluiten zijn als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b van de Wro zijn en zodoende worden meegenomen in de hiervoor bedoelde gecoerdineerde voorbereiding; Dat, op grond van artikel 20c, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998, de Minister van Economische Zaken ten behoeve van de hiervoor bedoelde activiteiten tevens een of meer andere besluiten dan de in het Uitvoeringsbesluit aangewezen besluiten, kan aanwijzen als besluiten als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Wro; Dat het met het oog op de daarvan te verwachten stroomlijning en versnelling van de besluitvorming wenselijk is te bepalen dat bepaalde besluiten die benodigd zijn voor realisatie van het project Doetinchem Voorst 380 kV die niet zijn aangewezen in artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit, worden voorbereid met toepassing van de rijkscoerdinatieregeling; Dat bij de besluiten van 15 mei 2014, kenmerk DGETM-EM/14078844, en 6 augustus 2014, kenmerk DGETM-EM/14126993, reeds was bepaald dat deze besluiten met toepassing van de rijkscoerdinatie regeling zouden worden voorbereid, maar dat deze besluiten niet in werking zijn getreden omdat zij blijkens de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 25 februari 2015, nummer 201406793/1/R6, niet op juiste wijze bekend zijn gemaakt en deze besluiten worden ingetrokken en vervangen door onderhavig besluit.
Thema Natuur en milieu | Energie
Publicatiedatum 2015-03-27
Jaar 2015
Type 2k - Beschikking
Aanbieder (Code) mnre1045
Totaal aantal documenten 1
Bron Originele publicatie
Verkregen op 2024-01-23
Aantal pagina's in dossier 2