[Gepubliceerd: 2014-10-10] Gelezen het verzoek van Skeye B.V., ontvangen op 22 augustus 2014, contactpersoon de heer P. Franken, tel.: +31 (0)6 52652721, e-mail: pieter@skeyebv.nl; Gezien het gegeven dat: lichte onbemande luchtvaartuigen volgens artikel 20 van het Luchtverkeersreglement voorrang moeten verlenen aan al het andere luchtverkeer; dat dit mogelijk is door binnen zichtafstand van de piloot te blijven en naast de piloot nog een waarnemer te verplichten; uitvoerende regelgeving in ontwikkeling is en internationaal overeenstemming bestaat over de uitgangspunten voor beroepsmatig gebruik van lichte onbemande luchtvaartuigen op veilige afstand van mensenmenigten en gebouwen; het verboden is om beroepsmatig deel te nemen aan het luchtverkeer met een licht onbemand luchtvaartuig, tenzij hiervoor ontheffing is verleend; EuroUSC in haar advies, kenmerk C0336, van 23 augustus 2013 aangeeft dat Skeye B.V. voldoende kennis en ervaring heeft om op verantwoorde wijze een vlucht uit te voeren met haar UAS; de piloten van Skeye B.V. beschikken over een door EuroUSC afgegeven BNUC-S-certificaat; Skeye B.V. beschikt over een goedgekeurd operationeel handboek waarin de verantwoordelijkheden en procedures zijn vastgelegd; de lichte onbemande luchtvaartuigen van het type MD4-1000 (registratie PH-1BN ), Altura AT6 (registratie PH-1BI ) en Altura ATX8 Zenith (registratie PH-1CI en PH-1CJ ) beschikken over een Design and Construction Certificate afgegeven door EuroUSC; er in het kader van voortdurend toezicht een audit heeft plaatsgevonden bij Skeye B.V. waarbij is aangetoond dat Skeye B.V. werkt volgens haar operationeel handboek; Skeye B.V. de tijdens de audit geconstateerde verbeterpunten doorvoert; Gelet op de artikelen 2.1, vierde lid, 3.21 en 5.5, derde lid, van de Wet luchtvaart; BESLUIT: Artikel 1 1.
Jaar: 2014
Ministerie Van Infrastructuur En Waterstaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)